
Het antwoord op deze vraag is altijd een belangrijk element in het proces van zelfheling van mentale en emotionele klachten. Alleen als we dit fundament in onszelf kunnen lezen, precies zoals wij dat daar zelf als kind geschreven hebben, wordt het inclusief en is zelfheling mogelijk.
Het fundament draagt je, het draagt wie jij denkt te zijn. We hebben het allemaal nodig omdat alleen hierop onze identiteit kan groeien. Het identiteitsgevoel staat bij wijze van spreken met haar beide voeten op dit fundament.
In het geval van terugkerende emotionele of mentale klachten is er iets merkwaardigs aan de hand met dit fundament omdat het niet wordt vertrouwd door het identiteitsgevoel. Alsof het beton waarin het gegoten is van twijfelachtige kwaliteit is en ze elk moment ‘door de mand kan gevallen’.
Om dit te voorkomen ligt ons identiteitsgevoel in een onbewuste spagaat. Enerzijds is het voortdurend bezig haar eigen fundament te ontkrachten en anderzijds zichzelf te bewijzen dat haar fundament er wel is en de grond onder de voeten nog wel aanwezig is. Wat zegt deze tegenstrijdigheid? Wat zegt het dat er bewijzen nodig zijn om je identiteit te bekrachtigen en wat zegt het dat elk bewijs dat hiervoor geleverd wordt altijd een gevoel van onvrede of een gevoel van onderliggende angst oproept. Waarom kan in dat geval alleen een negatieve emotie je fundament bewijzen? Waarom voel je je zo akelig als je denkt dat dit fundament voor een ander open en bloot te zien is? Is dat een wrede grap van het leven? Een ontwerpfoutje van God?
Het Boeddhisme en andere oosterse filosofieën hebben een heldere boodschap over deze vorm van emotioneel lijden. Hier in de praktijk vindt het proces van zelfheling plaats vanuit een boeddhistische benadering met een vleugje westerse psychologie. Zo kan jij ontdekken waarom je een emotioneel overlevingsmechanisme nodig denkt te hebben. Wat is er mooier, dan te mogen ontdekken dat het enige wat het leven van je verlangt is te leven en niet te overleven.
Comments are closed.